Een reflectie over ‘Narrative & Framing’ training van Ulex

Nadat demonstranten van Kick Out Zwarte Piet en waarnemers van Amnesty bij Staphorst waren belaagd door racistische relschoppers, verspreidde Justitie-minister Dilan Yesilgöz de volgende boodschap: “Ik heb de beelden gezien en ben geschrokken van de wijze waarop KOZP-demonstranten door tegendemonstranten zijn belaagd.”

In eerste instantie lijkt dit een keurige en begripvolle reactie, maar bij beter lezen valt ineens iets op. Welbewust worden hier namelijk twee ‘groepen’ als gelijkwaardig neergezet: als demonstranten. De gewelddadige en racistische relschoppers worden zo in zekere zin gelegitimeerd; als ‘tegendemonstranten’ kwamen (ook) zij op voor hun politieke opvattingen. Maar ook andersom, de vreedzame KOZP-demonstranten worden in feite gelijkgesteld aan relschoppers.

De verklaring van minister Yesilgöz is een sterk staaltje ‘framing’; ze gebruikte woorden die positieve of negatieve associaties oproepen, om zo de publieke opinie te beïnvloeden en een gewenst beeld neer te zetten.

Ik noem dit voorbeeld omdat ik onlangs namens Stroomversnellers de training ‘Narrative & Framing’ mocht volgen. Deze werd gegeven door het trainerscollectief Ulex, in het Catalaanse Salàs de Pallar. Waaraan zo’n 45 andere activisten uit heel Europa deelnamen. Hier leerden we daar meer over het belang van woorden, verhalen en hoe de boodschappen die we verkondigen langzaam kunnen doorsijpelen in onze (onbewuste) overtuigingen, waarden en ons wereldbeeld. En andersom natuurlijk ook: hoe onze diepste overtuigingen worden gereflecteerd in de taal die we gebruiken.

Als activisten weten we als geen ander hoe hardnekkig overtuigingen kunnen zijn, zelfs als deze worden weersproken door wetenschappelijke kennis. Klimaatontkenners overtuig je (helaas) bijna nooit met feitelijke argumenten. Maar hoe bereiken we deze mensen dan wel?

Niet door ze weg te zetten als ‘wappies’, maar dus ook niet door mensen (inclusief onszelf) te zien als zuiver rationeel handelend. De voornaamste les uit de training was dat je, hoe simpel dat ook klinkt, beter op zoek kan gaan naar gedeelde waarden (wat ook wel ‘community building’ wordt genoemd). Er is waarschijnlijk niemand die zal zeggen dat hij/zij/hen/die de wereld slechter wil achterlaten voor de volgende generatie, of vindt dat mensen onderdrukt mogen worden voor andermans rijkdom. Het is vanuit een dergelijke gedeelde waardenkader dat je in gesprek kunt gaan over iemands overtuigingen, bijvoorbeeld over de klimaatcrisis.

Nu klinkt dit allemaal mooi en aardig, maar communicatietechnieken zoals framing worden natuurlijk te pas en te onpas gebruikt om mensen een onjuiste boodschap in te prenten. Zeker politici hebben hier een handje van. Tegenstanders worden met retorische middelen gefileerd en kritische vragen van journalisten handig omzeild. Hoe vaak zien we niet dat een politicus geen antwoord geeft op een concrete vraag maar tot vervelens toe dezelfde oneliner herhaalt? Oprechtheid lijkt ver te zoeken; geen wonder dus dat het vertrouwen in politici tot een dieptepunt is gedaald.

Wat we wat mij betreft hieruit kunnen leren als activisten, is scherp te zijn op de trucs die bedrijven, (lobby-)organisaties en politici gebruiken om ‘ons’ als naïef, gewelddadig, extremistisch, werkschuw, enz. weg te zetten, proberen zelf actief de publieke opinie te beïnvloeden, maar daarbij ook trouw te blijven aan onze eigen idealen. Want er zijn talloze technieken om je boodschap kracht bij te zetten en prachtig te verpakken, maar als er in die verpakking slechts holle retoriek zit, prikken mensen daar uiteindelijk toch doorheen. Onze ‘frames’ en andere taaltrucjes dienen altijd ondergeschikt te blijven aan het waarachtige verhaal dat we willen vertellen. Want zolang onze woorden uit het hart komen, zijn ze werkelijk geloofwaardig.

Dat betekent wel dat we een (goed en waarachtig) verhaal moeten hebben. Niet alleen leuzen en slogans over waar we tegen of voor zijn, maar ook een visie; een gedeeld en samenhangend verhaal over de wereld zoals wij die voor ons zien én hoe we daar kunnen komen.

Terug naar overzicht