Samen 'gas terug'

Ik ben een jaar of 15 betrokken geweest bij campagnes tegen de machtige aardgasindustrie in Nederland. Van tevoren weet je als actievoerder nooit hoe een strijd er uit gaat zien, of hoelang deze gaat duren. Maar een aantal nieuwsberichten de afgelopen maand deden mij glimlachen en besluiten een aantal lessen die ik in deze specifieke strijd heb geleerd te delen, vanuit het idee dat andere actievoerders hier iets aan hebben.


Shell en Exxon werkten in die tijd innig samen met Gasunie, het ministerie van Economische Zaken en de toezichthouder SodM: zij waren heer en meester. Samen bepaalden ze het energiebeleid van Nederland. Ze hadden een handelsmonopolie en schreven de regels op het gebied van aardgaswinning. Het nieuws deze maand maakte duidelijk dat dit machtsbolwerk is afgebroken. De gassector heeft nog steeds veel macht, maar ze zijn niet meer heer en meester.

De NAM krijgt voorlopig geen vergunning voor boren naar aardgas onder het Wad bij Ternaard. De kamer nam een motie aan om alle vergunningsaanvragen on hold te zetten. Het gasveld onder Groningen gaat eerder dicht dan gepland en de bewijslast voor mijnbouwschade wordt nu ook in de rest van het land omgedraaid. Dus in Noord-Holland, Drenthe en Friesland hoeven bewoners niet meer de juridische strijd aan te gaan om te bewijzen dat schade aan hun huis door zout, - en gasbedrijven veroorzaakt is.

Hier heeft David van Goliath gewonnen. Hoe komt dat? En hoe kun je deze kennis inzetten voor nieuwe campagnes?

1. Geloof dat je kunt winnen van een machtige tegenstander.

Hier begint het mee. De oliebedrijven waren machtig en hadden (en hebben) miljarden euro's te besteden aan lobby en PR. Maar het zijn ook maar gewoon mensen, werkzaam in logge organisaties die fouten maken en de connectie met gewone mensen zijn kwijtgeraakt. En ze kunnen niet functioneren zonder de pilaren onder hun macht zoals een goed imago, een warme band met ministeries en politici, steun onder hun eigen personeel en medewerking van lokale overheden. Wie slim genoeg is en een lange adem heeft, kan ze verslaan.

2. Geloof in de macht van burgerbewegingen.

Wie wonnen er hier? Dat waren buurtgroepen uit Boxtel, de Noordoostpolder, en Ternaard, en de Groninger Bodem Beweging. NGO's als Milieudefensie, Urgenda en De Waddenvereniging. Een handjevol doorgewinterde activisten en een hoop mensen die voor het eerst in actie kwamen en zich helemaal niet als activist zagen. Wat zij kunnen, kun jij ook.

3. Bouw aan coalities.

Het tegenhouden van de plannen om naar schaliegas te boren begon op een zonnige middag, op een veldje op een industrieterrein in Boxtel. Dat veldje was aangewezen als eerste boorlocatie. Een anarchistische milieuclub had daar een actiepicknick georganiseerd. En het was daar, waar een campaigner van Milieudefensie, een aantal van de kartrekkers van buurtgroepen in Boxtel en Helvoirt en die eco-anarchisten, elkaar voor de eerste keer ontmoetten. Later sloten buurtgroepen uit Deventer en de Noordoostpolder zich daarbij aan en werd er innig samengewerkt met een aantal Tweede Kamerleden. Het was deze coalitie die jarenlang samenwerkte en uiteindelijk won.

Coalities vormen en bij elkaar houden is nooit makkelijk. Een sterke coalitie bestaat vaak uit organisaties die niet op elkaar lijken, op een andere manier werken en zelfs andere belangen hebben. Denk goed na over hoe je werkt aan onderling vertrouwen, en hoe elk deel van de coalitie elkaar aanvult en genoeg ruimte krijgt. Ik ging in 2014 aan de slag in Groningen om een coalitie te smeden tussen lokale organisaties en Milieudefensie en besteedde zeker aan jaar aan koffiedrinken, belangeloos meehelpen, en het team bij Milieudefensie laten snappen wat er vanuit hen nodig was om die coalitie te laten slagen. Want in eerste instantie keken de Groningers (terecht) sceptisch naar een klimaatorganisatie die zich met hun strijd wilde bemoeien. Maar het resultaat was sterk: een coalitie die jaren stand hield en veel voor elkaar gekregen heeft.

4. Lokale politici kunnen de landelijke politiek onder druk zetten.

Aardgaswinning is landelijk beleid, het zijn uiteindelijk de minister en de Tweede Kamer die besluiten of het door kan gaan. Alleen is Den Haag 'ver weg'. Lokale politici en bestuurders zijn veel bereikbaarder en kunnen een bepalende rol spelen in je campagne. Ook al willen ze dat in eerste instantie misschien liever niet.

Voor de schaliegas-campagne hadden we een lobby-actie georganiseerd om gemeenten en provincies, waar misschien geboord ging worden, zich schaliegasvrij te laten verklaren. Gemeenten en provincies gingen daar niet over, maar hun inwoners bleven duidelijk maken dat ze wel een symbolische motie konden aannemen. En met succes: steeds meer gemeenteraden en provinciale staten namen de motie aan. De kaartjes van Nederland met de tussenstand kleurden steeds meer in en dat verhoogde de druk op gemeenten die twijfelden.

Het politieke effect zat vooral in de lokale CDA- en VVD-fracties die zich tegen de boorplannen keerden. Wat weer druk zette op de landelijke politiek. Bij de Wadden waren het Friese gemeenten, waterschappen en de provincie die zich uitspraken tegen de plannen van de NAM. In Groningen liepen de burgemeesters die zich eerst 'tussen' boze Groningers en de NAM positioneerden en dus neutraal wilden blijven, uiteindelijk mee aan de kop van de jaarlijkse protest fakkeloptocht. Dit maakte dat ook veel bewoners en instellingen als het UMC en de universiteit mee liepen.

5. Ken je feiten: overdrijf niet maar vertel wel een goed verhaal.

Ik was zelf een beetje een olie- en gasnerd, en kon je in geur en kleur vertellen over casings, depletieratio’s en het verschil tussen een ‘P50 en P90 schatting’. En elke keer kwam ik weer buurtbewoners tegen die zich stapels rapporten hadden eigengemaakt, en precies wisten waarover ze het hadden. Indrukwekkend, maar het gaat ook om wat je met die informatie doet: in procedures en lobby zijn ze cruciaal. Mijn credo is altijd geweest: overdrijf niet. De werkelijkheid is al erg genoeg. En als je iets beweerd, dan moet je het ook kunnen bewijzen. Hoe je die informatie niet moet gebruiken is door alleen maar te communiceren in droge feiten en nuances waar je niemand in mee gaat krijgen. Maak een verschil tussen wat je aan de onderhandelingstafel zegt, en hoe je met het publiek communiceert. Daar wil je een goed verhaal vertellen dat emotie oproept en mensen betrekt. Een verhaal met een duidelijke draak om te verslaan, en een stip op de horizon. Het waren uiteindelijk de verhalen van Groningers zelf die met tranen in hun ogen aan journalisten en politici vertelden hoe het is om in een onveilig huis te wonen, die de publieke opinie liet omslaan.

6. Protest, Procedure en Lobby

Het is de heilige drie-eenheid voor campagnes die zich richten op iets dat te maken heeft met ruimtelijke ordening. Met alleen protest, lobby, of procedures ga je het niet redden. Het gaat om de combinatie. Dat wil niet zeggen dat jouw groep alle drie hoeft te doen, maar wel dat je binnen een campagne met een coalitie alle drie nodig hebt. Inspraakprocedures zijn ontworpen om verzet dood te laten bloeden in bureaucratie. Ze zijn wel de eerste stap die je nodig hebt om naar de rechter te stappen. Of je daar wint hangt af van hoe de wetgeving in elkaar zit, en die wetgeving is vaak mede bepaald door – in dit geval- de fossiele gasbedrijven. Ze zijn wel een uitstekend middel om te vertragen, informatie publiek te maken en dus druk op te bouwen door heel veel mensen bezwaar te laten maken.

Uiteindelijk gaat het om een politiek besluit. Zelfs als je alle procedures verloren hebt kan een bedrijf of minister van plannen afzien omdat de politieke prijs van doorzetten te hoog is geworden. En dat lukt alleen met lobby, het blijven praten met ambtenaren, bestuurders en politici. En met protest waar je laat zien hoe breed gedragen de weerstand is, of waarmee je door disruptie, de prijs van een besluit doordrukken hoog maakt.

7. En tot slot; heb een lange adem

Ik had 15 jaar geleden geen flauw benul van hoelang dit zou gaan duren. Ik wist uit eerdere ervaring wel dat het een paar jaar zou kosten. En inmiddels is 15 jaar later de strijd nog steeds niet definitief gewonnen. De schade in Groningen is nog niet hersteld. En zolang er massaal fossiel gas gebruikt wordt blijft er druk op het winnen van gas in Nederland of het importeren van fossiel gas dat wordt gewonnen in Rusland, Qatar of de VS. En blijft de gassector een machtsfactor. Die strijd volhouden lukt je alleen als je bouwt aan sterke organisaties waarmee je samen kunt werken, de taken kan verdelen, meer mensen kan activeren, en af en toe een stap terug kan doen. Of zelfs kan besluiten – zoals ik deed - je niet meer voltijds met de campagne bezig te zijn in de wetenschap dat er veel andere mensen en organisaties zijn die de fakkel over nemen.

Er is in die 15 jaar veel bereikt en ik heb er ontzettend veel van geleerd. Lessen die ik graag deel met de organisaties en (buurt)groepen die we via Stroomversnellers ondersteunen.

Terug naar overzicht