Opeens stonden er 100.000 mensen op voor een protest tegen de genocide in Gaza

Maar was dat wel opeens? Wat was er nodig om voor het eerst in 20 jaar mensen massaal de straat op te krijgen? De commentaren in de media wijzen op de omslag in de publieke opinie, en daarmee lijkt het een soort natuurfenomeen. De werkelijkheid is complexer. De media mist het harde werk van de sociale beweging om het zo ver te krijgen.

Het is waar, de weerzin tegen het bloedbad dat Israël aanricht in Gaza groeit met de dag. Waar de shock van de aanval van Hamas in eerste instantie de publieke opinie nog verdeelde vond 48% van de Nederlanders de reactie van Israël toen al buiten proportie. Dat is nu gestegen naar 57%. De steun voor de opstelling van het Kabinet daalde van 29% naar slechts 15% nu, aldus IPSOS.

De genocide in Gaza was al van het eerste begin iets om woedend over te zijn. Voor een grote demonstratie is alleen meer dan woede nodig. De meeste grote protestgolven beginnen met een 'trigger event'. Het verbreken van het staakt het vuren door Israël op 18 maart en het vermoorden van 15 Palestijnse ambulancebroeders op 23 maart waren die trigger.

Het doorbrak het (mijn inziens tergende) nuanceren van de genocide. Gedurende April zag je verschillende toonaangevende opiniemakers en politici switchen van 'neutraal' naar 'dit is Genocide'. En ja, ik snap de reactie van activisten die roepen ‘waarom nu pas!’ Je hebt deze opinieleiders alleen wel nodig om een standpunt mainstream te maken. Van het laffe eerste stapje van het CDA tot de oproep van Femke Halsema.

Woede, een schuivende publieke opinie en een trigger event. Ook dat is niet genoeg. Deze grote demonstratie was niet mogelijk geweest zonder de activisten, studenten, docenten, Palestijnse diaspora en anderen die vanaf het begin van de oorlog acties voerden en de publieke opinie bleef confronteren met de volstrekte hypocrisie van de Nederlandse houding ten opzichte van de genocide in Gaza. En van de mensen die zich al sinds de Nakba in 1948 inzetten voor de Palestijnse zaak.

Van de harde en confronterende acties van studenten, tot de rechtszaken en lobby van NGO's. Deze constante druk was nodig om iedereen die 'neutraal' wilde blijven te dwingen positie te kiezen. En net als bij klimaatacties zie je dat hoewel het grote publiek de activisten afwijst vanwege hun harde toon en confronterende acties, datzelfde publiek op inhoud mee beweegt. De woede bleef op de politieke agenda en het overton window verschoof. De harde acties maakten tegelijkertijd de behoefte voor een meer mainstream protest steeds groter.

Wat even hard meehielp, waren de stuitend racistische commentaren van de andere kant. De openlijke oproepen voor genocide van Israëlische ministers, de tweets van Geert Wilders, de hypocriete beschuldigingen van het CIDI. Wie neutraal wilde blijven, werd het door deze extremistische retoriek onmogelijk gemaakt.

En last but not least zouden die 100.000 mensen nooit de straat op gaan als een aantal grote en kleine NGO's niet de handen ineen sloegen en hard aan het werk gingen. E-mails over e-maillijsten van organisaties die honderdduizenden mensen kunnen bereiken, social media advertenties, influencers en artiesten betrekken, bondgenoten overhalen mee te mobiliseren, journalisten aansporen om de dagen vooraf al nieuws te maken over de op handen zijnde demonstratie. In een grote demonstratie als die van 18 mei zit maanden hard werken.

En dat werk houdt op 18 mei niet op. Een massa demonstratie maakt het voor heel veel mensen tastbaar en voelbaar dat de woede over de genocide in Gaza mainstream is. En dat ze niet alleen zijn. Het zet grote druk op politieke partijen die zich in het 'midden' willen positioneren en daar hun eigen achterban zagen lopen. Het maakt alleen geen enkele indruk op radicaal rechtse politici zoals Wilders die de genocide toejuichen. Nog op het extreemrechtse kabinet in Israël. Daarvoor is een keer demonstreren niet genoeg.

Nu begint het harde werk van die 100.000 mensen overhalen een stap verder te nemen. Door weer de straat op te gaan, bedrijven en instanties onder druk te zetten hun economische banden met Israël te breken, zich op hun werk of op het familiefeestje uit te spreken. Kortom dat te doen wat van hun mening een politiek machtsmiddel maakt dat het kabinet dwingt om maatregelen te treffen tegen Israël, of buiten het kabinet om de druk zet op de Israëlische bezettingsmacht.

---------

Lees hier het artikel op Joop. 

Of bekijk hier op YouTube de podcast De Linkse Revolte waar Peter te gast was. Of beluister het hier op Spotify.

Terug naar overzicht